Kinetic CenterKinetic CenterSportrevalidatie is in de beginfase gericht op het herstel en het behoud van het trainingsniveau van de sporter door middel van relatieve rust en meer specifiek cross-training. Daarbij zoeken we naar een alternatieve belasting om het verlies in kracht en uithouding tot een minimum te beperken. En dat zonder dat het herstel hieronder lijdt. Later in de revalidatie wordt een analyse van de sport gemaakt, waardoor de oefentherapie functioneler en sportspecifieker wordt. Hierbij houden we rekening met de inspanningsfysiologie en de concrete belasting van het muskuloskeletaal systeem. Gedurende deze laatste fase maken we ook een analyse van de doelbewegingen die plaatsvinden tijdens de sportbeoefening. Dit is van groot belang om de techniek te verfijnen, wat zowel een preventieve als prestatieverbeterende functie heeft.
Kort samengevat kijken we bij sportrevalidatie dus naar de sporter als geheel en niet enkel naar de blessure. Het doel hiervan is om niet alleen snel te revalideren, maar ook nieuwe blessures te voorkomen en de sporter beter te laten presteren.
Bij amateursporters kan de revalidatie uit twee delen bestaan. Enerzijds kunnen we samen met de sporter een doel bepalen en hier sportspecifiek naartoe werken. Als amateursporter kun je een goed sportniveau bereiken, maar vaak ontbreekt de kennis om blessures te vermijden en om verantwoord en sportspecifiek te trainen.
Anderzijds kunnen we tijdens de sportrevalidatie bij sporters die enkel klachten hebben in een specifieke (deel)beweging door middel van een bewegingsanalyse op zoek gaan naar een technische aanpassing die de klacht verlicht.
Atleten kunnen bij ons terecht voor een screening van zowel de sport als de functionele bewegingen die nodig zijn voor de sport. De training zal dan gericht zijn op het voorkomen van frequente blessures in de betrokken sport, het efficiënter maken van de techniek en de verbetering van de sportspecifieke prestatie. De oefentherapie zal hierbij meer lijken op de effectieve doelbeweging, dit met aandacht voor elke afzonderlijke spier en de functie ervan in de bewegingsketen tijdens de beoefening van de sport. Een goed voorbeeld daarvan is de hamstring, aangezien deze vaak fout getraind wordt in een loopcontext. De hamstring heeft een elastische functie tijdens het lopen en heeft dus meer baat bij trainingsprikkels waarbij er geen lengteverandering is, zo kan de elastische component meer aangesproken worden. Een preventieve toepassing is het inbrengen van rotaties van de romp, het risico op een ruptuur van de hamstring tijdens de sprint is dan immers het hoogst.